Universele bouwstenen: deeltjes

Vinden je kinderen drijven en zinken of smelten en stollen moeilijke onderwerpen? Spreken vanuit deeltjes maakt alles helder.

Kerngedachte uitgelicht

Alle materie (‘alles wat we zien’) bestaat uit deeltjes. Hierover spreken en nadenken zorgt voor inzicht.

Theorie deeltjesmodel

Alles bestaat uit atomen die op hun beurt weer kunnen opgesplitst worden in elektronen, protonen en neutronen. De protonen en neutronen bestaan opnieuw uit kleinere deeltjes (quarks en gluonen). Samen vormen deze atomen (bv. H en O) vaak moleculen (bv. H20).

©Joël (Wikipedia)

In de lagere school spreken we over deeltjes (meestal zijn dit moleculen, bij edelgassen zoals helium en metalen zijn het atomen).

Het deeltjesmodel zegt

  1. Alle materie bestaat uit deeltjes die onveranderlijk zijn
  2. Deze deeltjes bewegen voortdurend
  3. Deze deeltjes trekken elkaar aan als ze dicht genoeg bij elkaar zijn
  4. Deze deeltjes stoten elkaar af als ze te dicht bij elkaar komen
  5. Tussen deze deeltjes is lege ruimte

Belangrijk!

  • Dit is een model dat we gebruiken om bepaalde verschijnselen te verklaren. We vereenvoudigen de werkelijkheid en focussen. In de chemie kijken we vaak net naar hoe moleculen veranderen.

De eigenschappen van de deeltjes verklaren het gedrag van materie die hieruit bestaat (kijk verder bij de misconcepties voor meer uitleg).

Aanpak in de lagere school (concrete aanpak: zie thema’s)

Onder ‘mogelijke lesonderwerpen’ bekijken we een aantal onderwerpen zoals de verschillende fases van een stof, de faseovergangen, massadichtheid met o.a. drijven en zinken of luchtballonnen of hoe ruiken of smaken in zijn werk gaat,…

Wat toont onderzoek

Timss

  • De termen gas, vloeistof, vaste stof zijn (vermoedelijk) voor veel kinderen onbekend.
  • Ook de eigenschappen van deze aggregatietoestanden zijn niet gekend.
  • De faseovergangen herkennen in het dagelijkse leven is soms nog moeilijk.

Andere onderzoeken

Vaststelling

De verschillende fases van een stof

  • Vloeistoffen herkennen: OK! Minder goed lukt dit voor stroperige vloeistoffen zoals honing, ketchup,…
  • Vaste stoffen:
    o Harde stoffen (hout, steen, plastic,…): OK!
    o Zachte stoffen zoals wol, spons,…blijken moeilijker.
    o Poeders zoals zand, bloem en suiker zijn voor kinderen vloeistoffen of iets afzonderlijk.
  • Gassen blijven moeilijk te vatten is. Kinderen denken dat gassen gewichtloos zijn en een lege emmers bevat voor 75% van de kinderen geen lucht.

Faseovergangen

  • Verdamping bij vloeibaar water tot waterdamp is moeilijk te vatten, zeker bij jongere kinderen. Bij koken loopt dit een stuk beter. Niet alle kinderen beseffen echter dat de bellen bestaan uit waterdamp.
  • Bij verdamping (bv. drogen van was of drogen van klei) denken veel kinderen dat het vloeibaar water is dat zich verplaatst (naar de wolken, de zon of in de tafel waar de klei op ligt).
  • Veel kinderen denken dat bij faseovergangen de massa verandert. Zo denken ze dat een gesmolten voorwerp minder weegt dan de vaste stof en dat gas minder weegt dan dezelfde stof in vloeibare vorm.

Deeltjesmodel

  • Kinderen kennen deeltjes eigenschappen als verdampen en smelten toe aan de individuele deeltjes (de atomen of moleculen dus). Het woord ‘deeltje’ zou hierbij niet bevorderlijk zijn. Spreken over ‘molecuul’ zou een oplossing zijn.
  • Dat tussen de deeltjes niets is (ook geen lucht!) is moeilijk te vatten voor kinderen.
  • Dat het materiaal bestaat de deeltjes is moeilijk voor kinderen. Ze stellen zich de deeltjes al snel voor als rozijnen (de deeltjes) in een brood (het materiaal).

  • 1.14. De leerlingen kunnen van courante materialen uit hun omgeving enkele eigenschappen aantonen;
  • 1.15. De leerlingen kunnen illustreren dat een stof van toestand kan veranderen
    (ook 1.1, 1.2 en 1.3 zijn hier aan te linken)

ID: block_6141cceb9e3c2

Misconcepties

exclamation

‘Bloem is een vloeistof’ of ‘wol is zeker geen vaste stof’ of ‘gasvormig ijzer? Dat bestaat niet!’

timesFMM! (frequently made mistake)

Kinderen denken dat ijzer alleen als vaste stof voorkomt. Bij bloem denken ze dat het een vloeistof is omdat het vloeit. Wol ten slotte is geen vaste stof want het is niet hard.


checkZo zit het wel

Alle stoffen kunnen voorkomen in drie ‘aggregatietoestanden’: vaste stof, vloeistof en gas. We kennen de toestand bij kamertemperatuur het best. Bloem is een vaste stof. Ook wol is een vaste stof. Dit zijn twee voorbeelden van vaste stoffen die niet hard zijn.

Met het deeltjesmodel kunnen we de kenmerken van de aggregatietoestanden van een stof uitleggen. Visualiseer goed de deeltjes en laat kinderen zich via rollenspellen inleven.

VAST VLOEIBAAR GAS

Vaste stof

Vloeistof

Gas

Kenmerken deeltjes:

  • Deeltjes zitten op vaste plaats
  • Trekken elkaar sterk aan
  • Heel dicht bij elkaar
  • Trillen ter plaatse
Kenmerken deeltjes:

  • Deeltjes kunnen bewegen t.o.v. elkaar
  • Trekken elkaar (iets) minder sterk aan
  • Iets verder uit elkaar maar nog steeds heel dicht bij elkaar (vrijwel gelijk aan vaste stof)
Kenmerken deeltjes:

  • Bewegen zich vrij
  • Weinig tot geen aantrekking
  • Verspreiden zich
Eigenschappen toestand:

  •  Vaste vorm
  • Niet samendrukbaar (vast volume)
Eigenschappen toestand:

  • Geen vaste vorm
  • Niet samendrukbaar (vast volume)
Eigenschappen toestand:

  • Geen vaste vorm
  • Samendrukbaar (geen vast volume)
Tips:

  • Niet mee starten voor derde leerjaar.
Tips:

  • Aangeraden wordt om hiermee te starten
  • Werken met vele concrete voorbeelden (ook niet waterige!)
  • Opgelet voor voorstelling! Deeltjes zoals ballen in een ballenbad.
Tips:

  • Start met kennismaken met eigenschappen van gassen (bv. samendrukbaarheid, onzichtbaarheid,…)
  • Kom tot inzicht: gas is een vorm van materie (bv. neemt plaats in , heeft een gewicht)
  • Leg dan pas de link met deeltjesmodel

Elke stof kan als vaste stof, vloeistof of gas voorkomen afhankelijk van de temperatuur.  

Hieronder een voorbeeld: 

 

Faseovergangen

ID: block_6140a8fef582c

exclamation

‘Als het water verdampt, is het weg en kan het zeker niet terug water worden’ of ‘Als een vaste stof smelt (bv. ijs) dan is de vloeistof lichter (bv. water)

timesFMM! (frequently made mistake)

Kinderen denken dat het water weg is als het verdampt of naar een andere plaats (bv. de wolken). Kinderen denken ook dat het gewicht van het water na het smelten van een blok ijs, kleiner is dan van dat blok ijs.


checkZo zit het wel

Dit heeft alles te maken met de faseovergangen (waarbij de stof overgaat van de ene aggregatietoestand in een andere).

 

Wanneer we warmte toevoegen (of wegnemen) kunnen de fases overgaan in elkaar.

 

Faseovergangen

We leggen bij deze faseovergangen de nadruk op het feit dat de deeltjes dezelfde blijven en dat hun aantal niet verandert. Er is dus behoud van massa. Het gewicht blok ijs = gewicht water bekomen door smelten ijs. Het water dat verdampte kan dus niet weg zijn maar is gasvormig geworden en dus onzichtbaar.

ID: block_6140aa315430b

WANNEER WE WARMTE TOEVOEGEN DAN …..

VASTE STOF FASE OVERGANG VLOEISTOF

Vaste stof

⇒ smelten (bij smeltpunt)

⇐ stollen (bij stolpunt)

Vloeistof

Kenmerken bij toevoegen warmte:

  • Deeltjes gaan heftiger trillen
  • Aantrekkingskrachten nemen af
  • Onderlinge afstand neemt toe
Kenmerken ⇒:

  • Verbindingen verbroken door zo heftig trillen
  • Snelheid deeltjes verandert niet
Kenmerken bij toevoegen warmte:

  • Deeltjes bewegen zich sneller
  • Aantrekkingskrachten nemen af
  • Onderlinge afstand neemt toe
Eigenschappen materie:

  • Volume neemt toe
  • Massa (= aantal deeltjes)  blijft gelijk

→ massadichtheid neemt af = de stof zet uit bv. een ijzeren lat wordt langer bij verwarmen

 

Eigenschappen:

Vaste stof smelt en wordt vloeibaar.

Eigenschappen materie:

  • Volume neemt toe
  • Massa blijft gelijk

→ massadichtheid neemt af = de stof zet uit bv. het zeewater zet uit bij een stijgende temperatuur

Uitleg in lagere school:

‘Door warmte ( = energie) toe te voegen, gaan de deeltjes meer ter plaatse bewegen en gaan ze wat verder uit elkaar zitten’.

 

Om uit te beelden:

‘Hé, gast. Ik krijg hier te veel energie. Ik moet bewegen, maak een beetje plaats’ (kinderen blijven elkaar een hand geven)

Uitleg in lagere school:

‘De deeltjes trillen zo heftig dat de verbindingen grotendeels verbroken worden’

 

Om uit te beelden:

‘Hé, gast. Ik krijg hier te veel energie. Ik moet bewegen, maak een beetje plaats’ (ze laten de handen los maar blijven wel nog dicht bij elkaar)

Uitleg in lagere school:

‘Door warmte ( = energie) toe te voegen, gaan de deeltjes meer bewegen en gaan ze wat verder uit elkaar zitten’.

 

Om uit te beelden:

‘Hé, gast. Ik krijg hier te veel energie. Ik moet bewegen, maak een beetje plaats’ (kinderen blijven dicht bij elkaar en bewegen langs elkaar als ballen in een ballenbad, steeds sneller als meer warmte toegevoegd wordt)

 


ID: block_61fd24cc1ffcb

WANNEER WE WARMTE TOEVOEGEN DAN…..

VLOEISTOF FASE OVERGANG GAS

Vloeistof

⇒ verdampen (vanaf het smeltpunt)

 

⇐ condenseren (bij dauwpunt)

Gas

Kenmerken bij toevoegen warmte:

  • Deeltjes bewegen zich sneller
  • Aantrekkingskrachten nemen af
  • Onderlinge afstand neemt toe
Kenmerken ⇒

  • Deeltjes aan het oppervlak van vloeistoffen krijgen door botsing met andere deeltjes voldoende energie om te ontsnappen uit de vloeistof (we spreken dan eigenlijk van een DAMP (cf. verDAMPen). Dit kan bij een lagere temperatuur dan het kookpunt!
  • Bij het kookpunt krijgen deeltjes in de vloeistof krijgen zoveel energie dat ze overgaan in de gasfase, er vormen zich gasbellen in de vloeistof. Alle deeltjes gaan dan over naar de gasfase.
Kenmerken bij toevoegen warmte:

  • Deeltjes bewegen zich sneller
  • Onderlinge afstand neemt toe
Eigenschappen materie:

  • Volume neemt toe
  • Massa blijft gelijk

→ massadichtheid neemt af bv. het zeewater zet uit bij een stijgende temperatuur

Eigenschappen:

 

De vloeistof verdampt of kookt (en wordt dus gasvormig).

Eigenschappen materie:

  • Volume neemt toe
  • Massa blijft gelijk

 

→ massadichtheid neemt af bv. de warme lucht doet een luchtballon stijgen

→ Wanneer het gas in een vat zit: druk in het gas neemt toe (de druk op de wand van een vat ontstaat door de botsing van de deeltjes. Als ze dus sneller bewegen, zijn er meer botsingen en dus een hogere druk).

 

Uitleg in lagere school:

‘Door warmte ( = energie) toe te voegen, gaan de deeltjes meer bewegen en gaan ze wat verder uit elkaar zitten’.

 

Om uit te beelden:

‘Hé, gast. Ik krijg hier te veel energie. Ik moet bewegen, maak een beetje plaats’ (kinderen blijven dicht bij elkaar en bewegen langs elkaar als ballen in een ballenbad, steeds sneller als meer warmte toegevoegd wordt)

Uitleg in lagere school:

‘De deeltjes bewegen zo snel dat ze uit het vat kunnen ontsnappen en rondzweven in de lucht’

 

Om uit te beelden:

‘Hé, gast. Ik krijg hier te veel energie. Ik moet bewegen. Oh, daar ga ik’.

 

Uitleg in lagere school:

‘Door warmte ( = energie) toe te voegen, gaan de deeltjes sneller en sneller bewegen.

 

Om uit te beelden:

‘Hé, gast. Ik krijg hier te veel energie, ik moet bewegen. (kinderen rennen steeds sneller door elkaar wanneer er meer energie toegevoegd wordt).

 

 


ID: block_61fd26751ffce

WANNEER WE WARMTE TOEVOEGEN  DAN…..

 

VASTE STOF FASE OVERGANG GAS

Vaste stof

 

⇒ sublimeren (bij sublimatiepunt)

 

⇐ desublimeren/rijpen

Gas

Kenmerken bij toevoegen warmte:

  • Deeltjes gaan heftiger trillen
  • Aantrekkingskrachten nemen af
  • Onderlinge afstand neemt toe
Kenmerken ⇒:

  • De buitenste deeltjes krijgen zoveel energie dat ze los kunnen komen

 

Kenmerken bij toevoegen warmte:

  • Deeltjes bewegen zich sneller
  • Onderlinge afstand neemt toe

 

Eigenschappen materie:

  • Volume neemt toe
  • Massa (= aantal deeltjes)  blijft gelijk

→ massadichtheid neemt af = de stof zet uit bv. een ijzeren lat wordt langer bij verwarmen

 

Eigenschappen:

De vaste stof verdwijnt langzaamaan

Eigenschappen materie:

  • Volume neemt toe
  • Massa blijft gelijk

 

→ massadichtheid neemt af bv. de warme lucht doet een luchtballon stijgen

 

→ Wanneer het gas in een vat zit: druk in het gas neemt toe (de druk op de wand van een vat ontstaat door de botsing van de deeltjes. Als ze dus sneller bewegen, zijn er meer botsingen en dus een hogere druk).

 

Uitleg in lagere school:

‘Door warmte ( = energie) toe te voegen, gaan de deeltjes meer ter plaatse bewegen en gaan ze wat verder uit elkaar zitten’.

 

Om uit te beelden:

‘Hé, gast. Ik krijg hier te veel energie. Ik moet bewegen, maak een beetje plaats’ (kinderen blijven elkaar een hand geven)

Uitleg in lagere school (indien men dit wil behandelen):

‘De buitenste deeltjes krijgen voldoende energie om los te breken uit het rooster’

 

Om uit te beelden:

‘Hé, gast. Ik krijg hier te veel energie. Ik moet bewegen, maak een beetje plaats’ (handen moeten plots niet meer gegeven worden, ze blijven wel nog dicht bij elkaar)

Uitleg in lagere school:

‘Door warmte ( = energie) toe te voegen, gaan de deeltjes sneller en sneller bewegen.

 

Om uit te beelden:

‘Hé, gast. Ik krijg hier te veel energie, ik moet bewegen. (kinderen rennen steeds sneller door elkaar wanneer er meer energie toegevoegd wordt).

 

 

 

 

 

 


ID: block_61fd26b31ffcf

Mogelijke lesonderwerpen

Wat kan je bekijken met kinderen? Hieronder zie je een aantal lesonderwerpen en wat je kan bestuderen met kinderen.

 

ONDERWERP  PROEF  DAGELIJKS LEVEN 
Gassen zijn niet niets (bestaat uit deeltjes, heeft een massa)  Luchtdruk, ballonnen, luchtmatrassen, banden, spuitwater, spuiten, (fiets)pompen,… 
Stoffen zetten uit bij verwarming   
  • Proeven  3, 4, 9, 14 en 18 uit deze bundel.   
Bimetalen, uitzetvoegen bij bruggen/spoorrails/betonbanen/…, glazen uit elkaar halen , stijgende zeespiegel,…  
Gassen, vloeistoffen en vaste stoffen 
  • Wie is samendrukbaar ? (gas) Wie heeft massa? (allen) Mengen van vloeistoffen. Mengen van vaste stoffen. Oplossen van vaste stoffen in vloeistoffen (bv. suiker en water)  
 

ID: block_61420ddd597bd

ONDERWERP PROEF DAGELIJKS LEVEN
Verdampen
  • Bestudeer een verdampende plas op de speelplaats
  • Onderzoek hoe je verdampen kan bevorderen (de was die ophangt moet zo snel mogelijk droog worden)
  • Ether laten verdampen op je hand
  • Proef 5 uit deze bundel.
Plassen verdampen, was drogen, klei die droogt, was die droogte, ether die verdampt, planten die water laten verdampen, de werking van zweet,…
Koken
  • Bestudeer kokend water (opgelet! Waterdamp zie je niet. De wolken die je ziet, zijn kleine druppels na condensatie van de waterdamp)
  • Bestudeer verschillende vloeistoffen en hun kookpunt
Waterkoker, kokend water, kerncentrales, vulkaansgassen, black smokers,…
Condenseren
  • Bestudeer condensatie op een spiegel die je boven kokend water houdt
  • Bestudeer condensatie op een koude fles die je uit de koelkast haalt
  • Maak zelf een wolk met deze proef
Wolken, condensatie in de badkamer, vliegtuigstrepen, wolkjes uitademen bij koude temperaturen,…
Smelten
  • Bestudeer ijs, kaarsenvet, boter, chocolade die smelten

 

IJs, kaarsenvet, boter, chocolade die smelt, lava, vloeibaar ijzer,..
Stollen
  • Bestudeer ijs, kaarsenvet, boter, chocolade die stollen
Water, kaarsenvet, boter, chocolade die stollen. IJspegels, hagelstenen, ijshaar,…
Sublimeren
  • Bestudeer mottenballen of droogijs (door het gewicht opnieuw te bepalen na een tijdje zie je dat de mottenbal lichter wordt)
Mottenballen, droogijs, chocolade (zie ruiken), vriesdrogen, sublimatieprinters, sneeuw die sublimeert,…
Rijpen
  • Bestudeer rijm na een koude nacht of het ijs in de diepvries
Rijm, ijs in de diepvries, ijsbloemen op het raam,…

 


ID: block_614212d1062b0

Ook massadichtheid (hoe dicht de deeltjes op elkaar zitten) kan verklaard worden door te spreken over deeltjes.

Wanneer we het begrip massadichtheid hebben verkend kunnen we overgaan naar inzicht in drijven en zinken of heteluchtballonnen.

Is de massadichtheid van het voorwerp groter dan die van de omringende vloeistof/het gas dan zinkt het. Is de massadichtheid gelijk dan zweeft het in de vloeistof/het gas. Is de massadichtheid kleiner dan drijft het voorwerp (of stijgt je luchtballon).

Voorbeeld: Bij een heteluchtballon verwarmen we de lucht in de ballon. De deeltjes van het gas krijgen meer energie en gaan verder uit elkaar zitten (hé, gast maak plaats). Het aantal deeltjes blijft gelijk (en dus ook de massa) terwijl ze meer plaats innemen (meer volume dus). Zo wordt de massadichtheid kleiner dan die van de omringende lucht en drijft/zweeft de ballon als het ware op de koude lucht.


ID: block_61432fae929e7

Bij lessen over onze zintuigen komt spreken over deeltjes van pas. Chocolade ruik je immers maar omdat er deeltjes losgekomen zijn die in je neus terechtkomen (dit zie je mooi in dit filmpje). Bij smaken moeten deeltjes oplossen in het speeksel voor we ze kunnen smaken.

 


ID: block_61432fc1929e8

Wind is zich verplaatsende lucht die uit deeltjes bestaat. Het botsen van de deeltjes met bijvoorbeeld de wieken van een windmolen doet deze draaien.

Dit filmpje toont mooi hoe wind ontstaat, hoe je dit kan verklaren door deeltjes en kan tonen aan kinderen:

 


ID: block_61d86d2e984b1

ID: block_61433980929e9

  1. Allen, M. (2010). ​Misconceptions in Primary Science​, Open University Press.
  2. Boersma, K., Graft, van M. & Knippels, M.C. (2009) ​Concepten van kinderen over natuurwetenschappelijke thema’s​. Enschede, SLO.
  3. Vollebregt, M. J & Klaassen, Kees & Genseberger, Rupert & Lijnse, Piet. (1999). Inzichtelijk een deeltjesmodel leren. Tijdschrift voor Didactiek der ß-wetenschappen. 16. 12-26.
  4. Koos kortland & Hans Poorthuis (2017). Vakdidactisch ontwerpen. . In Koos Kortland, Ad Mooldijk & Hans Poorthuis (Red.), Handboek natuurkundedidactiek. Amsterdam: Epsilon Uitgaven. via – https://natuurkundedidactiek.nl/wp-content/uploads/sites/224/2017/03/hbnd-w-04-02-07-INF-1-deeltjesmodel.pdf
  5. Vanlandeghem (2014). Materie en thermische fysica. via https://www.slideshare.net/JouriVanlandeghem/materie-en-thermische-fysica

ID: block_614339b1929ea

Raadsel

Welke steltloper kan het diepst op zoek naar wormen in de bodem?

  • Wulp
  • Tureluur
  • Kievit
Los het raadsel opMeer raadsels