Geef taal

Taal is de kruiwagen van het denken! Taal- en denkontwikkeling gaan dus hand in hand. Je hebt taal nodig om te leren over leergebieden en je leert taal in die leergebieden. Dit is belangrijk voor alle kinderen in je klas. Geef hen taal!

Principe uitgelicht

Op school gebruiken we woorden, zinsconstructies en uitdrukkingen (de Cognitieve Academische Taalvaardigheid of CAT-taal) die we in het dagelijks leven weinig of niet gebruiken. Daar gebruiken we DAT-taal of de Dagelijkse Algemene Taalvaardigheid.

  • CAT-taal bestaat uit vaktaal (bv. vermenigvuldigen, voedselketen, bijvoeglijk naamwoord, timbre, eucharistie,…) en schooltaal (bv. voorspel, leg uit, voorwerpen, als gevolg van,…).
  • CAT-taal is cognitief complexer en contextarmer.
  • Alle kinderen moeten deze overgang van DAT-taal naar CAT-taal maken.
  • CAT-taal hangt samen met denken en praten. Je kan geen conclusies trekken of veronderstellingen formuleren zonder een bepaalde taal.
  • Bij taalgericht vakonderwijs proberen we alle kinderen in deze overgang te ondersteunen.

Wat toont onderzoek

Een groot gevaar bij de overgang van DAT naar CAT-taal is om deze CAT-taal te vermijden. Zetten we dit in het model van de psycholoog Jim Cummins dan maken we de beweging volgens de rode pijl.

©van Dijk G., Hajer M., Scharten R. en de Vos B. (2013)

We maken teksten (en daarmee de leerstof) eenvoudiger. We maken de taal eenvoudiger maar daardoor onze lessen armer.

  • De betere manier is om in een situatie met veel context nieuw taalgebruik te stimuleren (groene pijl). Daarna gaan we over naar abstractere taal (donkerblauwe pijl).
  • Voor een taalontwikkelingsproces zijn drie didactische principes belangrijk:
    • Context
    • Interactie (mondeling en schriftelijk)
    • Taalsteun

Didactische tips en voorbeelden

In dit document vind je (vanaf p.23) lijsten met heel wat vaktaal en schooltaal.


ID: block_6143426d963ef

We maken gebruik van vier vragen: 

 

  1. Wat is de leerinhoud? 
  2. In welke talige activiteit (taaltaak) wil ik dat leerlingen over de vakinhoud kunnen praten, schrijven? Bv. een verslag schrijven 
  3. Om welke begrippen gaat het precies? (vaktaal en schooltaal) 
  4. Wat is de relatie tussen die begrippen en hoe wordt dit in een zinsverband vaak uitgedrukt? (bv. krachten worden uitgeoefend) 

 

Een doel is dan bijvoorbeeld:  ‘(De leerlingen kunnen) een stappenplan opstellen/schrijven om een onderzoek uit te voeren’ of ‘Een onderzoeksverslag schrijven die alle stappen van het onderzoek weergeeft’ of ‘Met eigen woorden uitleggen dat………….’. 

 

Communiceer en visualiseer de doelen naar kinderen toe (eerst in DAT-taal, gaandeweg in CAT- taal). 


ID: block_6143428b963f0

  • Gebruik integreer- en toepassingsvragen (bv. leg uit, beschrijf,…).
  • Denk na over andere evaluatievormen (bv. een presentatie of een verslag). Zo creëer je een situatie waarin CAT-taal kan/moet gebruikt worden.

 


ID: block_61434298963f1

  • Sluit aan bij de beginsituatie van kinderen en activeer hun voorkennis door ze hierover te laten vertellen. Kinderen maken hierbij gebruik van DAT-taal (en eerder verworven CAT-taal).
  • Creëer bij weinig voorkennis een gemeenschappelijke context (bv. door een verhaal dat een bepaald fenomeen illustreert).
  • Volg de weg van de groene en blauwe pijl
  • Gebruik de werkelijkheid (bv. doe onderzoeken), filmpjes, foto’s, observaties, verhalen, anekdotes, …

ID: block_614342a1963f2

  • Ontwikkel activiteiten waar er nood is om CAT-taal te gebruiken. Bv. Voer een onderwijsleergesprek waarbij kinderen moeten redeneren en laat andere kinderen hierop reageren.
  • Stel open vragen.
  • Betrek zoveel mogelijk kinderen.
  • Geef en vraag voorbeelden.
  • Zorg voor veel interactie tussen kinderen tijdens het werken in groepjes
    bv. 1ste graad, Natuurwetenschappen

bv. 5de leerjaar, Wetenschappen en techniek

  • Laat kinderen verslag uitbrengen over onderzoeken die ze deden (mondeling of schriftelijk). Schrijven draagt bij tot inzicht. Laat jongen kinderen dit aanvullen met een tekening.
  • Laat kinderen bij een taakverdelend practicum (waarbij iedereen een ander deelaspect onderzoekt) samen algemene conclusies formuleren.
  • Vraag na het lezen van een tekst om in duo’s een korte samenvatting te geven in eigen woorden.

 

 


ID: block_614342af963f3

  • Gebruik zelf als leerkracht DAT- en CAT-taal (taalaanbod)
  • Controleer regelmatig of kinderen alles verstaan.
  • Leer kinderen formuleren en denken, parafraseer, herformuleer, herhaal goede formuleringen en bevestig. Geef taalfeedback.
  • Model (voordoen) denk-, lees- en schrijfprocessen. Bv. De leraar leest luidop voor uit het bronnenboek en denkt luidop na over de opbouw van de tekst en de betekenis ervan.
  • Visualiseer relaties in schema’s, mindmaps, woordwebben.
  • Gebruik schrijfkaders bij schrijfopdrachten, strategiekaarten voor het lezen van moeilijke woorden of een criteriumlijst voor een goede presentatie.
  • Doe aan betekenisonderhandeling. Wat zou dit woord kunnen betekenen? Herkennen we bepaalde stukjes? Lijkt dit woord op een woord dat we wel kennen? Bv. Welke woorden herkennen we in verdampen, voedselketen, hoogtelijn, kleinste gemeen veelvoud?
  • Maak gebruik van tabellen, afbeeldingen en natuurlijk concreet materiaal.
  • Expliciteer kinderen de taalleerstrategieën die aan bod komen (bv. betekenis van een onbekend woord achterhalen), laat ze hun strategieën verwoorden en reflecteer hierover.

ID: block_614342bd963f4

  • In de brochure ‘Werken aan vaktaal bij de exacte vakken’ van SLO, staat de uitgebreide versie van de uitleg op deze site. Klik hier om deze te bekijken.
  • Arteveldehogeschool en Odisee ontwikkelden heel wat materiaal (een leidraad, kijkwijzers, voorbeeldfilmpjes) en verzamelden dat op deze site.
  • Ook op de site van Katholiek Onderwijs Vlaanderen vind je heel wat concreet materiaal.
  • Hogeschool Rotterdam ontwikkelde ook een website met heel wat concreet materiaal.

ID: block_6143434b963f5

  • van Dijk G., Hajer M., Scharten R. en de Vos B. (2013), Werken aan vaktaal bij de exacte vakken. Geraadpleegd op 12 januari  2021, op https://www.slo.nl/zoeken/@4189/werken-vaktaal/
  • Hajer M. & Meestringa T. (2009), Taalgericht vakonderwijs. Bussum: Coetinho
  • Arteveldehogeschool, KAHO Sint-Lieven. (2012). Taalontwikkelend lesgeven, hoe doe je dat? via https://www.arteveldehogeschool.be/samenwerken/aanbod-voor-secundaire-scholen/algemene-activiteiten/taalontwikkelend-lesgeven
  • Paus, J., Rodenboog, M., Schalk, H., Sijbers, J., Leeuw, B. van der, & Meestringa, T. (2018). Redeneren en formuleren bij natuurwetenschappelijke vakken: een vakspecifieke uitwerking van taalgericht vakonderwijs. Enschede: SLO.
  • Wallace, Carolyn & Hand, Brian & Prain, Vaughan. (2004). Writing and Learning in the Science Classroom. Dordrecht: Kluwer.

ID: block_61434356963f6